Geschiedenis Napels

Meer over Geschiedenis Napels

De stad Napels werd ongeveer in de 8e eeuw voor Christus gesticht door de Grieken. Zij noemden de stad Neapolis (‘nieuwe stad’). Al snel was Neapolis een van de belangrijkste steden van het zuiden van Italië (dat toen Griekstalig was).

In de 4e eeuw voor Christus ging Napels samenwerken met Rome. Als onderdeel van het Romeinse Rijk bleef Napels een belangrijke stad, waar het Grieks als taal langzamerhand werd verdrongen door het Latijn. Dat kwam onder meer doordat er rond de stad veel Romeinse nederzettingen waren. De uitbarsting die in de 1e eeuw na Christus Pompei verwoestte, bracht ook flinke schade toe aan de stad Napels.

In 476 na Christus werd de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk, Romulus Augustulus, afgezet en opgesloten in het Castel dell'Ovo in Napels. Het Oost-Romeinse Rijk, onder leiding van Justianius, veroverde de stad in de 6e eeuw in een poging het Romeinse Rijk nieuw leven in te blazen. Een paar jaar later werd Napels echter alweer ingenomen door de Longobarden.

In de 8e en de 9e eeuw werd Napels regelmatig belegerd door islamitische strijders. Ook had de stad veel last van Vikingen, die de stad veelvuldig aandeden. Rond het jaar 1000 vestigden zij zich definitief in Zuid-Italië, waarna ze hun grondgebied begonnen uit te breiden. In 1039 kwam ook Napels in handen van de Noormannen.

In 1266 werd Karel van Anjou koning van het Koninkrijk Napels. Hij maakte van Napels de hoofdstad van het koninkrijk, in plaats van Palermo. Al in 1284 werd het koninkrijk echter in twee delen opgesplitst, waarna beide delen van het koninkrijk de naam ‘Sicilië’ opeisten. Spanje veroverde het koninkrijk in 1501. Iets meer dan twee eeuwen later werd het echter alweer onafhankelijk, en kwam het onder de heerschappij van Karel III.

In 1816 was het Koninkrijk der Beide Siciliën een feit. Onder de heersers van het huis Bourbon kwam het gebied in industrieel opzicht tot grote bloei. Echter: al in 1860 werden de Bourbons verdreven door de Garibaldijnen.

Het einde van de Bourbons betekende ook het einde van het koninkrijk en de positie van Napels als hoofdstad. Er werd niet langer geïnvesteerd in de industrie van Napels; het kapitaal verdween naar het noorden van Italië. Napels verarmde, net als heel Zuid-Italië. In deze periode kreeg de Camorra, de maffia van Napels, veel invloed onder de verarmde bevolking van de stad.

In april 1906 barstte de Vesuvius uit. Deze uitbarsting richtte veel schade aan in Napels. Sindsdien hebben zich geen vulkaanuitbarstingen meer voorgedaan, maar deskundigen denken dat de Vesuvius elk moment opnieuw actief kan worden.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren het de fascisten die de Camorra in toom hielden, maar na 1945 sloeg de Napolitaanse maffia opnieuw toe. Delen van Napels worden tot op de dag van vandaag in hun greep gehouden door de onderlinge strijd tussen de verschillende maffiagroeperingen, die zich vooral bezighouden met afpersing en drugshandel. Het lukt de autoriteiten niet de Camorra een halt toe te roepen, mede doordat de maffia handig gebruikt maakt van de overal aanwezige corruptie.