Meer over Geschiedenis Parijs
3e eeuw voor Christus – 52 voor Christus
De plaats waarop Parijs gebouwd is, werd drie eeuwen voor Christus bewoond door een Keltische stam bewoond, genaamd de Parisii. De stam woonde hier in kleine dorpjes rond de rivier De Seine. De grond rond de Seine was vruchtbaar en de rivier was een goede plaats voor het vervoer van de handel. De Romeinen verjoegen deze stam onder het gezag van Julius Caesar. De stad Lutetia werd opgericht. De naam “Lutetia” had betrekking op het volk dat zich in de dorpjes vestigde: Lutetia Parisiorum. Het ging goed met het Romeinse volk. Lutetia groeide uit tot de andere oever van de Seine.
486 – 15e eeuw
In 486 behoort Parijs tot het Rijk van de Franken. Het wordt in 508 tot koningsstad gekozen en in 987 wordt Parijs tot hoofdstad van Frankrijk gemaakt. In de 13e eeuw werd de rechteroever van de moerassige Seine drooggelegd. In deze tijd werd het Louvre en de Nôtre Dame gebouwd. Koning Jan II van Frankrijk komt in deze tijd terecht in Engels krijgsgevangenschap. Er vindt een Honderdjarige oorlog plaats tussen Frankrijk en Engeland. De nieuwe Franse koning, Karel V, laat een nieuwe muur rondom Parijs bouwen. Hij laat hierbij de Bastille bouwen, om zich te beschermen tegen de Engelsen. In 1420 wordt Parijs toch ondanks alles bezet door koning Hendrik V van Engeland. De Engelsen regeerden ten slotte over Parijs tussen 1422 en 1439. De Fransen wisten uiteindelijk de stad te heroveren. Jeane d’ Arc speelde hierbij een belangrijke rol. Na de bezetting ontstond een opleving van de kunst en architectuur in Parijs. De Pont Neuf werd gebouwd en de Jardin du Luxembourg werd aangelegd.
16e eeuw - 17e eeuw
Het Parijse volk bestond uit fanatieke katholieken. Er vonden veel godsdienstoorlogen plaats. Duizenden Parijzenaren kwamen om van de honger tot de leider van de protestanten, Hendrik van Navarra de stad belegerd had. Eind 17e eeuw kwam Parijs onder het gezag van Zonnekoning Lodewijk XIV. Parijs kreeg weer aanzien. Het werd de belangrijkste stad van Frankrijk. Ze trok vele kunstenaars, academici en wetenschappers aan. Lodewijk XIV ging in deze tijd zijn Palais de Versailles bouwen.
18e eeuw - 19e eeuw
1789 is een belangrijk jaar voor de Fransen. 1789 was het jaar van de Franse Revolutie. Frankrijk werd een republiek. Op 14 juli 1789 werd de Bastille bestormd: het begin van de Franse Revolutie. Parijs ging economisch achteruit en verloor een groot deel van haar bevolking. De Industriële Revolutie na 1815 bracht beterschap. Stadsarchitect Haussmann bracht enorme rigoureuze metamorfoses aan. Smalle straatjes werden omgetoverd in brede luxueuze boulevards. Eind 19e eeuw brak de Frans-Duitse oorlog uit, waarbij op 28 mei 1871 twintig duizend Parijzenaars werden gedood. Daarna ging het beter met Parijs. Het tijdperk dat volgde, staat bekend als de belle Epoque. Parijs kreeg opnieuw aanzien. Parijs was de stad van de kunsten en het cabaret. Veel Parijzenaars konden het dure leven in Parijs echter niet meer betalen en verhuisden naar de buitenwijken. Tegenwoordig zijn de buitenwijken nog steeds de armste wijken van Parijs. In 1900 kwam de metro in Parijs. De Eerste en Tweede Wereldoorlogen die volgden, waren ook voor Parijs dramatisch.
1958 – heden
Vanaf de Vijfde Franse Republiek (1958) worden nieuwe bouwprojecten gestart. Voorbeeld is het Centre Pompidou. Er wordt flink geïnvesteerd in de musea. Parijs wordt een populaire wereldstad. In 2005 beleeft de stad nog opschudding. Er ontstaan rellen. Auto’s worden in de brand gestoken en er zijn gewelddadige confrontaties tussen honderden van origine afkomstige Noord-Afrikaanse relschoppers en de politie. Aanleiding voor de eerste rellen was de dood van twee jongeren die geëlektrocuteerd werden toen zij zich verscholen voor de politie in een elektriciteitscabine. De rellen verspreidden zich over heel Frankrijk. De rellen duurden drie weken.